Voor veel mensen roept karate het beeld op van explosieve, gecontroleerde technieken en een onwrikbare discipline. Hoewel dit beeld zeker klopt, is het slechts de buitenkant van een vechtkunst met een diepe, rijke geschiedenis en een filosofie die veel verder reikt dan alleen het fysieke gevecht.
De naam zelf, Karate-do, vertaalt zich letterlijk als 'de weg van de lege hand'. Het is een discipline die niet alleen gericht is op effectieve zelfverdediging, maar vooral op de ontwikkeling van het eigen karakter, zelfbeheersing en innerlijke groei.
In de kern is de training van karate opgebouwd uit drie onlosmakelijke pilaren. Samen vormen ze een compleet systeem dat de karateka van een beginneling tot een meester leidt.
De wortels van karate liggen op de Riukiu-eilanden, het huidige Okinawa. Gelegen op een strategisch handelskruispunt, was Okinawa een smeltkroes van culturen, met een sterke band met China. Chinese vechtkunsten (chuan-fa) vermengden zich met de lokale, ongewapende verdedigingskunst die bekendstond als te (hand).
Twee historische wapenverboden, in de 15e en 17e eeuw, fungeerden als een katalysator voor de ontwikkeling van deze ongewapende vechtkunst. Omdat de bevolking geen wapens mocht dragen, werd het eigen lichaam het ultieme wapen. Trainingen vonden in het diepste geheim plaats, vaak 's nachts, om de Japanse bezetters te ontlopen. De kunst ontwikkelde zich in drie steden: Shuri, Naha en Tomari. Elk met een eigen focus en stijl, legden zij het fundament voor de stromingen die we vandaag de dag kennen.
De overgang van een verboden kunst naar een publiek systeem is grotendeels te danken aan één man: Anko Itosu, de "Grootvader van het moderne karate". Begin 20e eeuw zag hij de waarde van karate voor de fysieke en mentale ontwikkeling van jongeren. Hij vereenvoudigde de kata's en introduceerde karate op de openbare scholen van Okinawa. Zijn leerlingen, waaronder Gichin Funakoshi (grondlegger van Shotokan) en Kenwa Mabuni (grondlegger van Shito-ryu), brachten de kunst vervolgens naar het vasteland van Japan.
Na de Tweede Wereldoorlog verspreidde karate zich, mede dankzij Amerikaanse soldaten en de missionarisdrang van organisaties als de Japan Karate Association (JKA), over de hele wereld.
Lange tijd werd karate in de MMA-wereld gezien als een te rigide, traditionele kunst. De komst van vechters als Lyoto "The Dragon" Machida en Stephen "Wonderboy" Thompson veranderde dat beeld volledig. Zij bewezen dat een onorthodoxe karatestijl een uiterst effectief wapen kan zijn in de kooi.
De kracht van karate in MMA ligt niet in de brute kracht, maar in de beheersing van afstand en timing.
Karate is geen monolithische kunst, maar een rijk mozaïek van stijlen, elk gevormd door de unieke visie en filosofie van zijn grondlegger. Net zoals de oorspronkelijke kunst zich ontwikkelde in de steden Shuri, Naha en Tomari, zo gingen de leerlingen van de grote meesters hun eigen weg. Ze legden andere accenten, verfijnden technieken en ontwikkelden nieuwe trainingsmethoden. Het resultaat is een breed spectrum aan stromingen, die weliswaar een gemeenschappelijke oorsprong delen, maar in de praktijk sterk van elkaar kunnen verschillen.
Binnen dit spectrum worden vier stijlen vaak gezien als de grote, traditionele stromingen die door de Japanse federaties worden erkend (de Yondai Ryuha):
Naast deze vier hoofdstromingen ontstonden er talloze andere invloedrijke stijlen. Een belangrijke ontwikkeling was de opkomst van de full-contact stijlen, die een radicale breuk vormden met de traditionele, gecontroleerde kumite.
De bekendste hiervan is ongetwijfeld Kyokushinkai, opgericht door Masutatsu Oyama, dat wereldwijd bekendstaat om zijn bikkelharde training en wedstrijden waarin technieken met vol contact worden uitgevoerd. Deze diversiteit zorgt ervoor dat er voor bijna iedereen een vorm van karate te vinden is, of men nu op zoek is naar spirituele diepgang of keiharde, praktische zelfverdediging.
De World Karate Federation (WKF) hanteert een specifiek reglement voor de twee wedstrijdonderdelen: Kumite en Kata.
Kumite (Sparren)
Het doel is om punten te scoren door gecontroleerde technieken op de scoringsgebieden van de tegenstander te plaatsen. Het is een semi-contact vorm; knock-outs zijn verboden.
Puntensysteem:
Yuko (1 punt): Een stoot (tsuki) naar het lichaam of hoofd.
Waza-Ari (2 punten): Een trap (geri) naar het lichaam.
Ippon (3 punten): Een trap (geri) naar het hoofd, of een techniek op een neergehaalde of geworpen tegenstander.
Criteria voor een score: Een techniek moet voldoen aan zes criteria: goede vorm, sportieve attitude, krachtige toepassing, Zanshin (alertheid na de techniek), juiste timing en correcte afstand.
Winst: De karateka met de meeste punten aan het einde van de wedstrijd wint. Een voorsprong van 8 punten leidt tot een onmiddellijke overwinning.
Kata (Vorm)
Twee karateka's voeren na elkaar een kata uit naar keuze van een officiële lijst. Ze worden beoordeeld door een panel van juryleden.
Let op: odds kunnen onderhevig zijn aan veranderingen
Alleen beschikbaar voor nieuwe klanten van 24 jaar of ouder. Min. storting vereist. Uitbetalingen zijn exclusief wedkredieteninzet. Algemene voorwaarden, tijdslimieten en uitsluitingen gelden.