Volgende maand gaat het EK voetbal van 2024 van start. Daarna weten we wie er met de Europese titel vandoor gaat. In dit artikel zetten we de tien laatste Europees kampioenen op een rijtje.
Inzetten op het EK voetbal kan hier.
Het EK 2020 werd vanwege de COVID-19-pandemie uitgesteld naar 2021, maar bleef officieel het EK 2020. Italië, onder leiding van Roberto Mancini, kroonde zich tot kampioen door in de finale Engeland te verslaan. Na een 1-1 gelijkspel in de reguliere speeltijd en verlenging, won Italië de strafschoppenserie met 3-2. Dit was de tweede keer dat Italië het EK won, na hun eerdere overwinning in 1968.
Portugal, onder aanvoering van Cristiano Ronaldo, won hun eerste grote internationale toernooi door Frankrijk te verslaan in de finale van het EK 2016. Ondanks het vroege uitvallen van Ronaldo door een blessure, scoorde invaller Eder in de verlenging het enige doelpunt van de wedstrijd. Dit bezorgde Portugal hun historische eerste Europese titel.
Spanje zette hun dominantie in het internationale voetbal voort door het EK 2012 te winnen. Ze versloegen Italië met 4-0 in de finale, wat de grootste overwinning ooit in een EK-finale was. Dit was Spanje's derde Europese titel, en hun tweede opeenvolgende, na hun overwinning in 2008. De ploeg onder leiding van Vicente del Bosque speelde technisch verfijnd en dominant voetbal.
Het EK 2008 markeerde het begin van Spanje's gouden tijdperk. Onder leiding van Luis Aragonés versloegen ze Duitsland met 1-0 in de finale, dankzij een doelpunt van Fernando Torres. Deze overwinning was hun eerste Europese titel sinds 1964 en luidde een periode van internationaal succes in, die werd gekenmerkt door hun overwinning op het WK 2010 en het EK 2012.
Het EK 2004 in Portugal was een van de meest verrassende toernooien in de geschiedenis van het voetbal. Griekenland, onder leiding van Otto Rehhagel, versloeg Portugal met 1-0 in de finale, dankzij een doelpunt van Angelos Charisteas. Dit was een enorme verrassing, aangezien Griekenland als underdog aan het toernooi begon en het grootste succes in hun voetbalgeschiedenis behaalde.
Frankrijk won het EK 2000 in België en Nederland, waarmee ze hun tweede Europese titel behaalden. Onder leiding van Roger Lemerre versloegen ze Italië met 2-1 in de finale door een golden goal van David Trezeguet in de verlenging. Dit succes volgde op hun overwinning op het WK 1998 en bevestigde hun status als een van de dominante teams van die tijd.
Het EK 1996 werd gehouden in Engeland en Duitsland kwam als winnaar uit de bus. Ze versloegen Tsjechië met 2-1 in de finale, dankzij een golden goal van Oliver Bierhoff. Dit was de eerste keer dat het golden goal-reglement werd toegepast in een EK-finale. De overwinning markeerde Duitsland's derde Europese titel, na hun successen in 1972 en 1980.
Denemarken schreef een sprookjesachtig verhaal op het EK 1992 in Zweden. Oorspronkelijk hadden ze zich niet gekwalificeerd, maar kregen een plaats in het toernooi vanwege het uiteenvallen van Joegoslavië. Onder leiding van Richard Møller Nielsen versloegen ze Duitsland met 2-0 in de finale, wat hun eerste grote internationale titel opleverde.
Het EK 1988 in West-Duitsland werd gewonnen door Nederland, wat hun eerste grote internationale titel was. Onder leiding van Rinus Michels en geïnspireerd door de legendarische Marco van Basten, versloegen ze de Sovjet-Unie met 2-0 in de finale. Van Basten scoorde een iconisch doelpunt in die wedstrijd, wat vaak wordt beschouwd als een van de mooiste doelpunten in de geschiedenis van het EK.
Frankrijk won hun eerste Europese titel op het EK 1984, dat in eigen land werd gehouden. Het team, onder leiding van Michel Platini, die het toernooi als topscorer afsloot met negen doelpunten, versloeg Spanje met 2-0 in de finale. Platini's buitengewone prestatie gedure
Let op: odds kunnen onderhevig zijn aan veranderingen
Alleen beschikbaar voor nieuwe klanten van 24 jaar of ouder. Min. storting vereist. Uitbetalingen zijn exclusief wedkredieteninzet. Algemene voorwaarden, tijdslimieten en uitsluitingen gelden.