De grootste records in de geschiedenis van de olympische Zomerspelen

De Zomerspelen van 2024 vinden deze zomer plaats in Parijs en dat biedt een perfecte gelegenheid om terug te blikken op enkele van de meest iconische en recordbrekende momenten die hebben plaatsgevonden tijdens eerdere Spelen.

Usain Bolt - 2008

Bliksemflits van 9,69 seconden

Het hoogtepunt van Usain Bolt's ongelooflijke carrière kwam tijdens de 100 meter finale in Peking. De Jamaicaanse legende snelde weg van een veld van wereldklasse om de 'blikseminslag'-viering te laten zien toen een wereldrecordtijd van 9,69 seconden door het stadion flitsten. Hij was zo ver voor - ondanks dat hij een schoenveter los had - dat hij vaart minderde om de finish te bereiken, iets dat hem volgens experts een tijd van ongeveer 9,55 seconden kostte.

Bob Beamon - 1968

Wereldrecord verspringen - 8,90 meter

Wereldrecords verspringen worden met millimeters verbroken - Bob Beamon brak het niet alleen in Mexico-Stad in '68, hij vernietigde het. De Amerikaan haalde de finale alleen dankzij een sprong op het laatste moment in de series na twee fouten, maar had in de finale slechts één sprong nodig - een waanzinnige 8,90 meter - om goud veilig te stellen. De omvang van Beamons sprong - hij voegde een ongelooflijke 55 centimeter toe aan het vorige wereldrecord - drong niet meteen tot hem door, maar toen zijn coach hem vertelde wat hij had gedaan, stortte hij in.

Michael Phelps - 2008

Recordaantal van acht gouden medailles

Ian Thorpe, een zwemlegende, hield vol dat het niet kon - maar Michael Phelps bewees hem en alle anderen ongelijk. Mark Spitz had de lat gelegd met een record van zeven gouden medailles op één Spelen in 1972, maar in Peking in 2008 deed Phelps er nog een schepje bovenop door acht gouden medailles in het zwembad te veroveren, op weg naar een carrièretotaal van 23 Olympische zwemmedailles.

Carl Lewis - 1996

Vierde opeenvolgende gouden medaille verspringen

In een tijd voor Usain Bolt was er Carl Lewis, een Amerikaanse sprinter die in 1984 goud won op de 100 meter in Los Angeles en vier jaar later in Seoul. Maar het was in het verspringen dat Lewis echt uitblonk, met goud op vier opeenvolgende Spelen, de laatste in Atlanta '96, waarmee hij een van de slechts zes atleten in de Olympische geschiedenis is die goud wonnen op hetzelfde onderdeel op vier opeenvolgende Spelen.

Nadia Comaneci - 1976

De perfecte 10

Veel Olympiërs hebben meer gewonnen, maar weinigen hebben harten gebroken zoals Nadia Comaneci op de Spelen van 1976 in Montreal. In de landenwedstrijd scoorde de 14-jarige Roemeense een perfecte 10 op de ongelijke leggers, wat in de arena te zien was als 1.0. De legende gaat dat de computer niet geprogrammeerd was om perfectie toe te staan.

Florence Griffith-Joyner - 1988

Wereldrecord 200 meter

Florence Griffith-Joyner, simpelweg bekend als Flo-Jo en net zo beroemd om haar iconische nagels als om haar atletische kunnen, heerste in 1988 over de wereld. Ze brak het wereldrecord op de 100 meter in juli en op de 200 meter op de Olympische Spelen in Seoul. Ongelooflijk genoeg staan beide wereldrecords nog steeds.

Teofilo Stevenson - 1972

Eerste zwaargewichtgoud

Cuba's amateurbokssymboliek werd in 1972 gevestigd met zwaargewichtlegende Teofilo Stevenson als middelpunt. Drie knock-outs en een walk-over bezorgden Stevenson de eerste van drie opeenvolgende gouden medailles, die er wellicht vier waren geweest als Cuba LA in '84 niet had geboycot. Stevenson werd nooit prof en sloeg daarmee de ultieme confrontatie met Muhammad Ali af.

Greg Louganis - 1984

Kop of munt...

Greg Louganis zal altijd en terecht herinnerd worden om zijn gouden prestatie op de springplank in Seoul in 1988, toen hij bij één sprong zijn hoofd tegen de plank stootte, een hersenschudding opliep en toch wist te winnen. Maar het was vier jaar eerder in LA dat de lokale held van Californië echt furore maakte door goud te winnen op de hoge en lage springplank, de laatste met een absurde marge van 92 punten, de meest eenzijdige overwinning ooit.

Betty Cuthbert - 1962

De clean sweep-goud

Weinig verhalen zijn zo opmerkelijk of opbeurend als dat van Betty Cuthbert, het gouden meisje van de Australische atletiek die Melbourne in 1956 versteld deed staan door de 100 en 200 meter te winnen. Na een blessure ging ze met pensioen om acht jaar later in Tokio terug te keren en de 400 meter te winnen. Daarmee werd ze de enige atleet in de Olympische geschiedenis - mannen of vrouwen - die individueel goud won op de 100, 200 en 400 meter.

Jesse Owens - 1936

De man die een ideologie verpletterde

Elke lijst van Olympische grootheden zou Jesse Owens moeten bevatten, de Afrikaans-Amerikaanse legende die vier gouden medailles won - 100 meter, 200 meter, verspringen en sprintestafette - in Berlijn in 1936 onder het toeziend oog van, en tot ongenoegen van, de Duitse dictator Adolf Hitler.

Let op: odds kunnen onderhevig zijn aan veranderingen